Tuesday, May 8, 2007

De hoerenparadox

Als een vrouw van je eist dat je een condoom gebruikt, heb je er geen nodig; als het haar niets uitmaakt, kun je je lul maar beter hoeden.

Friday, April 27, 2007

Trekleed

Ik krijg een slappe lul van tv, maar toch probeer ik af te trekken bij videoclips. Meestal duurt dit veel langer dan wanneer ik mijn fantasie gebruik. Clips van My Chemical Romance op TMF en afleveringen van The Real World op Mtv bezorgen me een uitermate slappe lul. Soms heb ik mazzel: Dan zijn Paris Hilton, Christina Aguilera of de Pussycat Dolls op tv. Bij hun clips zijn er secondes lang opwindende scènes te zien. Het lastige is echter dat er door de snelle montage minstens evenveel beelden voorbijkomen waarin geen langbenige vrouwen maar donkere rappers voorkomen. Als mijn climax nabij is, moet ik er dus voor zorgen dat mijn ejaculatie begint zodra Christina in beeld is en niet Puff Daddy.
Dat ik mijn gerief steeds minder bij clipzenders haal kan twee redenen hebben.

1. Vijf jaar geleden was mijn zenuwstelsel nog niet beschadigd door overmatig alcohol-, nicotine- en drugsmisbruik en kwam ik sneller klaar.

2. Vroeger waren de clips geiler (Oh Christina in Dirty, of Jennifer in Waiting for tonight! Dat moment dat J-lo met stijve tepels opstijgt uit het water, ik ken de tekst van dat nummer nog steeds woord voor woord).

Ik vertelde mijn goede vriend laatst over mijn probleem, hij nam een playboy voor me mee. Toen ging het beter. Bedankt vriend.

Tuesday, April 17, 2007

De Basten (2)

Iedereen die het truttige rijtjeshuis binnenliep werd hartelijk verwelkomd door de pink van De Pink. De Pink had namelijk een zakje bitterstof met liefde en hij deelde uit alsof het water was in plaats van harddrugs. Wij lieten ons natuurlijk niet kennen en likten de gehele pink van De Pink totdat ie schoon was en wij op weg waren naar de Regenboog van Kopkanker en Absolute Naastenliefde. Of zoiets.

Een half uur daarvoor liepen we richting uitgang van de dranktempel toen we een van de dj’s tegenkwam die op het feest hadden gedraaid. Braakboy en ik hadden eerder al met hem gesproken. Dat gesprekje en het feit dat hij ons als beesten had tekeer zien gaan op de dansvloer, gaf hem het idee dat we grote fans waren van zijn muziek. We lieten hem in de waan en accepteerden de pinten die hij ons backstage aanbood met gretigheid. Toen we daarna de uitnodiging kregen om mee te gaan naar een afterparty aarzelden we geen moment.

In het huis waar het feest werd gehouden was het een warrige menigte van dronken en stonede mensen. Helaas weet ik er niet al te veel meer vanaf, want na een kwartier na het likken van de pink werd het al te raar voor mijn laffe brein. Het kroop weg en liet mij verder aan mijn lot over, met als gevolg dat ik me als een dwaas gedroeg. Wat ik niet meer weet, maar wat me later is verteld door Baard en Braakboy:

- Een pedaalemmerzak (Baard, 2007) pillen ging rond alsof het een zak borrelnootjes was. We namen een pil, en ach, we namen er nog een.
- Na de pillenronde danste iedereen blij door de kamer en omhelsde iedereen iedereen. Toen opeens iemand riep dat iedereen zijn shirt moest uittrekken en in de blote bast moest rondlopen vond niemand dat een slecht idee. Ik kan de afdruk van harige mannenbasten nog steeds op mijn torso voelen. (En dat is niet fijn).
- Op een gegeven moment werd het me blijkbaar teveel en liep ik zwakjes mompelend en asgrauw door de kamer. Een van de aanwezige vrouwen legde me op de bank onder een dekentje. “Ze legde me onder een dekentje”, zei ik daarna mompelend en glimlachend, volgens Baard.

Toen we enigszins van de roes waren afgedaald, maar nog lang niet volledig bij positieven waren, besloten Braakboy en ik om tien uur ’s ochtends sigaretten te gaan halen bij een benzinepomp in de buurt. “Is ongeveer tien minuten lopen”, zeiden de andere feestbeesten. Toen we de pomp na 25 minuten eindelijk vonden en sigaretten hadden gekocht, beseften we ons dat we de weg terug niet meer wisten. De amfetamine vergrootte mijn irritatie over dit feit, de MDMA verzachtte het. Verwarrend.

Braakboy deed ondertussen zijn naam eer aan. “Ik kots over de eerste Mercedes die ik zie!”


Uiteindelijk rolden we anderhalf uur later weer binnen bij het feest, waar het inmiddels zo goed als klaar was. Dus wij weer naar huis lopen om thuis nog wat na te lachen. Ik heb er een week van moeten bijslapen.

Thursday, March 29, 2007

De basten (1)

Het is nu dinsdag en ik ben nog niet bekomen van zaterdagnacht. Twee volle dagen recupereren is voor mij lang niet genoeg om bij te komen van twaalf uur lang feesten. Dat doet me denken aan Jack Kerouacs bender die drie weken duurde. In die drie weken at noch sliep hij, maar typte hij enkel aan zijn wegboek ‘On the road’. Hij bleef al die tijd wakker door het gebruik van drank, barbituraten, amfetamine en koffie en om geen tijd te verspillen plakte hij de vellen aan elkaar, zodat hij niet steeds hoefde te stoppen met schrijven om nieuw papier in de typemachine te stoppen. Tijdens dat maniakale proces van trippend typen zweette hij zo hard dat hij drie keer per dag een vers shirt aantrok.

Ik ben nu nog steeds aan het tandenknarsen, ruim 72 uur nadat het feest is afgelopen. Ik voel me werkelijk belabberd en heb al drie nachten achter elkaar 13 uur geslapen. Maar wat ik voel stelt niets voor vergeleken met hoe Kerouac zich na die drie slopende weken voelde. Hoe lang duurde het om bij te komen van die trip? En wat deed het met hem? Het is veelzeggende dat de Canadese schrijver op 47-jarige leeftijd overleed aan een geëxplodeerde lever.

Maar goed, fok die dooie, lang leve mijn feest. Dat begon zaterdagavond om elf uur. Wij (Braakboy, Baard en ik) lopen de dranktempel binnen, het is leeg. Geeft niets, we drinken bier. Bij bier zes of zeven is het twaalf uur, hebben we voorzichtig gedanst, een paar flikkers aan staan staren en zijn we hard op weg om dronken te worden. Ik giechel als ik naar de plee loop en vraag alle vrouwen wat ze van het feest vinden. Je bent journalist of niet. Op mijn aantekeningenblokje staan wat quotes en dronken krabbels:

‘Mika (22) zegt vrolijk: “Ik vind het een leuke band, want ik houd altijd van live muziek!”

Domme hoer.’

En van Baard, die om half drie mijn boekje jatte om er zelf iets in te schrijven:

‘Lul
Superlul
Lul met voeten
Ongelooflijke paardelul
Jij bent echt een lul, lul
Loop ik laatst door het bos, zie ik daar een lul staan. Was jij het.
Lul.’

Omdat we geil waren, spraken we gedrieën een hoop meisjes aan. Op hun beurt waren daar dan weer een hoop jongens die dat als bedreigend zagen. Een knul met een baard, een bril en het ogenschijnlijke intellect van een mongool nam het bijzonder hoog op dat wij zijn vriendin constant belaagden met geinige opmerkingen en verzonnen anekdotes. Zijn reactie op onze charismamachine? Hij ging achter haar staan en begon als een hond tegen haar aan te rijden. Toen zij even later naar de plee ging zei hij tegen Braakboy dat ‘hij wel wist met wie zij vanavond naar huis ging’. Ik denk niet dat ze die jongen ooit ‘speler’ noemen. Of ‘toffe gast’. Of ‘vriend’.

Even later sprak ik een ander meisje aan, een slanke brunette met een paardenstaart en secretaressebril. Ik was midden in de Thaise uitwisselingsstudente opener toen er een jongen op haar afliep die in een Tilburgs accent zei: “Hee, volgens mijn is die gast een homo.”
Zij keek me vragend aan en ik zei, drol die ik was: “Neenee, ik ben heel hetero, heb vorig jaar nog veel seks gehad met vr…” Ik maakte die zin niet af, omdat ik een ingeving kreeg.
“Ja”, zei ik. “Ja, ik ben homo. Ik neuk mannen.”
Ik liet een stilte vallen voor het effect.
“Mag ik aan je borsten zitten? Ik bedoel, wat maakt het uit als ik toch homo ben?”
De brunette keek me met een nieuwsgierige en wat ondeugende blik aan, en knikte van ja. Ik pakte haar borstjes beet en kneep er zachtjes in. De gast met het Tilburgse accent keek sprakeloos toe. Toen ik mijn vieze-mannen slagje had geslagen, lachte ik op mijn allerliefste naar de brunette, zei ‘bedankt’ en voegde mij weer bij mijn makkers.

De avond had op dat moment kunnen eindigen. Dan waren we lekker naar huis gelopen, in bed gekropen en zouden we de volgende ochtend om een uur of twaalf klagen over koppijn en lachen omdat we een kater hadden. Maar jullie lezers van dit blog (alle vier!) weten dat dat niet gebeurde! Neehee! Zodra ik stop met monomaan masturberen zal ik weer monomaan schrijven aan het vervolg. Dag!

Monday, March 26, 2007

Ode aan een goed mens

Gisteravond liep ik de kroeg uit met een paar makkers. Toen gebeurde er iets magisch: Een magere, donkere man met rasta-haar en een verfoeilijke lijflucht reed ons tegemoet op een fiets. Hij lachte ons toe met zijn blinkend bruine tanden en zei: ' Hee, wil een van jullie een fiets kopen?'
Het bleek dat die aardige man een fiets over had waar hij vanaf moest. Maar hij beschouwde me als zijn vriend, dus mocht ik de fiets voor het symbolische bedrag van 15 euro meenemen. Aardig he?

Saturday, March 24, 2007

Ze is nu toch weg

Zij: "Mijn vriend komt woensdag naar hier afgereisd.""Oeh, spannend", zei ik, naakt op bed liggend. "Ik ga je reet neuken", dacht ik.
Toen ik haar slip van van haar billen sleurde en haar met een condoom om flink begon te pompen, besloot ik dat het tijd was voor iets wat je gerechtigheid zou kunnen noemen, of gewoon vies. Ik draaide haar om en ramde haar vleestuin van achter, onderwijl mijn middelvinger in haar stinkgat schuivend.
"Voorzichtig", zei ze. "Dat is heel gevoelig."
Door haar darmwand heen voelde ik met mijn middelvinger mijn lul in haar grotje schuiven. "Heb je het weleens anaal gedaan?", vroeg ik.
-"Nee", zei ze.
"Zullen we het nu doen?"
Met niet meer glijmiddel dan de dauwdruppels van haar rosbief, begon ik mijn berubberde vleesploert in haar ondervoeg te ploegen.
"Mijn aarsje", zei ze. "Mijn aarsje."
Toen ik mijn dikke knop in 'haar aarsje' had gepropt en het echte heiwerk kon beginnen, sprong ze weg. "Ja, sorry, het voelt net alsof ik naar de wc moet, haha." Haha.

Geslaagde pogingen tot reetseks: 0
Geknakte dromen: 1

Friday, March 16, 2007

Zelfs een lelijke vrouw heeft een kut

Prins Pils en L. stonden te lachen terwijl ik twee biertjes tegelijkertijd in mijn mond leeggoot. Het meeste bier belandde op mijn jas. Het was een mooie avond: Bier, lachen en broodjes hamburger. De viering van vriendschap en alcoholisme zoals carnaval is bedoeld.
Maar ik was zo geil als een flikker op een boerderij. Met nog tien minuten te gaan voordat de bar sloot, en geen uitzicht op een lekker mokkel, liep ik dus uit arrenmoede maar op het enige beschikbare ‘meisje’ af.

Laten we haar Walga noemen. Ze was kort, dik en had een reet waar je koud van werd. Het soort meisje waarover je tegen je vrienden zegt dat ze ‘echt super aardig is’ en dat je ‘heel erg dronken was’. Ze was echt super aardig. Ik was heel erg dronken. Maar bovenal was ik geil. Dus toen ze zei ‘Ga je met me mee? Dan gaan we tongen!’ ging ik mee met die vrouw gemaakt van klei, dat menselijke equivalent van een stapel poep met poten, dat onganse, afstotelijke wezentje.

Op haar slaapkamer kuste ik haar lippen en het voelde alsof ik een pakje boter aan het tongen was. Ze trok me af met een ondeugende blik in haar lelijke ogen. Ik kwam klaar op haar lelijke buik. Ik sliep. En weet je wat ik voelde toen ik de volgende ochtend naast die trol, die grove belediging voor mijn ogen, die vrouwelijke neger van het zuiden, die afgrijselijke stakker wakker werd? Ik voelde geen Walging. Ik voelde ook niet de behoefte om me te schrobben met staaldraad en wasbenzine. Nee vrienden.

Ik voelde Gepaste Trots.

Hoe smerig die chick ook was, ik dacht: “Zo, die heb ik weer eventjes mooi binnengesleept.” Ik dacht: “Ha, lekker weer een griet erbij op mijn kerfstok!” Natuurlijk zou ik dat nooit toegeven. De eerst volgende keer dat ik mijn vrienden zou zien, zou ik met ze meelachen en beamen dat die chick gruwelijk lelijk was. Maar de stiekeme trots blijft.

Dit is volgens mij een typisch mannelijk fenomeen: Een griet kan zo lelijk zijn als Nelson Mandela, maar als jij haar hebt geneukt valt het best mee, is ze heus niet zo heel scheef en is ze reuze aardig. Derhalve kun je trots zijn op je mannelijke prestatie om haar in bed te krijgen.

Mijn vermoeden dat alle mannen er zo over denken, is gebaseerd op de waarneming van dit fenomeen (het rechtpraten van kromme gebreken en de bijkomende stiekeme trots) bij mezelf en bij mijn vrienden. En mijn vrienden en ik zijn mannen, dus zullen alle mannen dat wel voelen.

Dit is strikt logisch gezien een volstrekt ongeldige redeneertrend, maar in het leven kan het je veel voorspellende kracht opleveren. Ik zat laatst bijvoorbeeld in de trein en zag schuin voor me de contouren van een meisje opdoemen. Haar vormen waren verborgen achter een stoel, maar ik zag dat ze een bakje friet zat te eten. Aangezien het twee uur ’s middags was, beredeneerde ik dat het meisje dik, vadsig en wanstaltig moest zijn, want alleen dusdanige meisjes eten friet op dusdanige tijdstippen. Ik leunde naar voren en mijn voorspelling bleek te kloppen: Het friet etende meisje was een vadsige negerin met een huid als schuurpapier (of sinasappels, als je het aardig wil zeggen). Maar genoeg geluld.



Ik werd dus met gepaste trots wakker naast Walga, draaide me om en zag dit:

Konijntje lul.
Ik ging er snel vandoor.

Saturday, February 17, 2007

De Leugenaar (2)

Met een klap en een zucht begaven wc-juffrouws fietswiel en band het gelijktijdig. We hadden niet met z’n drieen tegelijk op haar ijzeren ros moeten gaan zitten, dat was wel duidelijk. Er zat niets anders op dan te lopen. Wc-juffrouw, L. en ik slingerden het hele stuk naar haar appartementje, nog steeds stoned als apen en met de ingezakte fiets aan de hand. Zaterdag was inmiddels negen uur lang op weg om een mooie zomerdag te worden, maar wij maakten haar nog weinig bewust mee.

Toen we bij de wc-juffrouw aankwamen maakte ze limonade voor ons klaar. Een genot voor onze door drank uitgedroogde en rauwgerookte kelen. Mijn makker L. was nog steeds diep in zijn roes. Zijn pupillen waren werkelijk angstaanjagend groot en van het glazuur op zijn tanden kon niets meer over zijn - in de loop van de nacht volkomen aan gort vermalen. “Ik hou je van je man, je bent mijn beste vriend”, zei hij dolgelukkig. Ik hield natuurlijk ook van hem, maar aangezien ik niet met hem wilde zoenen, bleef hij slapen bij Aarsjan de Pillenman, die bij de wc-juffrouw in de buurt woonde. Echte vrienden laten je lekker wippen, en L. is een echte vriend.

Toen hij weg was, gooide ik haar op bed en kwam erachter dat amfetamine prima is om vrouwen te versieren, maar rampzalig als je ze wil penetreren. Mijn pik was zo slap als gekookte spaghetti. Terwijl de laatste flarden chemisch genot over mijn lichaam sidderden, hield ik wanhopig mijn zielig geval in mijn handjes. “Ik wil je voelen”, zei ik verslagen. “Je wordt niet hard”, zei zij. Een terechte constatering. Gelukkig tilde ze niet zwaar aan mijn falen en na vaststelling van het feit dat er echt geen beweging in mijn lendenen meer zat, gooiden we het op een slapen.

Ik werd wakker met vijf gonzende muggenbulten en een mond zo droog dat je er zout in kon bewaren zonder dat het zou klonteren. Paradoxaal genoeg was de buitenkant van mijn lichaam nat genoeg om weg te drijven; het was afgruwelijk heet op haar slaapkamertje.

De wc-juffrouw werd wakker van mijn hese gekreun en haalde een glas water voor me. Daarna zoenden we. Zij had, wellicht gewend aan smerige luchtjes, geen bezwaar tegen de grafstank uit mijn mond en in mijn lies, en wilde er lekker tegenaan. Het defect aan mijn vleespomp was inmiddels met de paar uurtjes slaap verholpen, dus zogezegd zo gedikkiedaan. (Extince, 1999)

De seks was niet slecht. Ze had een vagijntje als warme, ingedikte en samengeperste minikutjes, die samen een superkutje vormden. Tijdens het zwijnen nam ze veel (“Steek je vinger in mijn kont”; “Nog niet klaarkomen alsjeblieft?”), maar haar onderstrot* gaf gelukkig genoeg terug om het een win-win situatie te laten zijn.

Het weekend ging daarna heerlijk lui en heet voorbij. We zweetten veel en neukten verliefd. Tussen het neuken door wandelden we naar de winkel om praatjes te maken en sigaretten te kopen. We genoten van de zomer, kletsten met mensen en zwommen in het IJ. Het voelde als een zomervakantie als je 10 of 11 jaar oud bent, met de toegevoegde waarde van seks, drank en sigaretten. En net als in de lange zomers van weleer voelde het alsof het nooit voorbij zou gaan.

Maar het ging voorbij, en niet mooi en lief zoals ik hoopte. Zondagavond zat ik op haar balkonnetje, ergens in de Pijp. De houten vlonders en betonnen muur waar ik tegen aanleunde waren nog warm van de zon die ze een lange zondag lang verhitte. Diezelfde zon was bijna onder en kleurde de lucht oranje, paars en donkerblauw. Ik rook de geuren en geluiden van barbecuende mensen uit de buurt. Ik dacht dat ik doodging van ellende.

Het nadeel van drugs, onmenselijke hoeveelheden alcohol en sigaretten is dat je er heel verdrietig van wordt op zondagavonden. En met verdriet bedoel ik een gevoel van rauwe visioenen van aan stukken gescheurde lichamen onder vieze bruggen. De wc-juffrouw verergerde mijn chemische depressie op geheel natuurlijke wijze: Ze was deprimerend gezelschap.

Terwijl ze opnieuw dronken werd van slechte rode wijn, gauloises bleef roken en kakelde over vage plannen voor feesten en carrières, dacht ik na over de wc-juffrouw. Zij was 29 en ik 21 (ik had haar natuurlijk wel wijsgemaakt dat ik 23-24 was). Zij wilde een beroemd schrijfster en theatermaakster worden, maar ze leefde van de bijstand en hield haar hoofd diep in haar kont weggestopt, waar het veilig was, en warm, en nat (Korgoth of Barbaria, 2006). Als ze werkelijk actie zou ondernemen, zou het misschien iets met haar kunnen worden, maar in plaats daarvan zoop ze teveel en praatte ze over de toekomst zonder ervoor te zorgen dat die zou worden als zij hem wilde hebben. Ze hield me, met andere woorden, een spiegel voor.

Was ik een volwassen en eerlijk man, dan had ik haar verteld dat het tussen ons niets zou worden en dat we na dat weekend beter als vrienden konden verdergaan. Dat deed ik natuurlijk niet. Ik wilde meer seks met haar hebben. Daarom nodigde ik haar een week later uit om naar mijn huisje te komen, met de belofte dat we ’s avonds met L. en Prins Pils naar Ghent zouden gaan om van de tiendaagse feesten te genieten.

Ze kwam vrijdagavond aan, we neukten, sliepen en liepen de volgende dag door de stad. "Ik heb echt zin in vanavond!”, zei ze opgewekt.
L. SMS’te me: “JE NEEMT DIE CHICK VANAVOND TOCH NIET MEE NAAR GENT HE?”
“Ok”, dacht ik, “hoe kom ik hier onderuit?” Ik kreeg een stompzinnige ingeving. Van het ene op het andere moment klapte ik dubbel en deed ik alsof ik buikpijn had. “Oeh”, zei ik, en: “Ah”. Ze aaide bezorgd over mijn bol en we braken de wandeling af. Toen we in mijn studentenhuis aankwamen geloofde zelfs L. dat ik ziek was. Voor de vorm hing ik ook nog even boven de plee en maakte ik wat kotsgeluiden. “Sorry dat ik ziek ben, wc-juffrouw”, zei ik op zielige toon. “Zie ik je snel weer?”

Daarna zetten we haar met L.’s auto af op het station, terwijl ik op de achterbank acute buikgriep lag te faken. Toen ze was uitgestapt en we wegreden, richtte ik me op van de achterbank, keek om en zag haar verdrietig naar de auto staren. Ze werd steeds kleiner, totdat we bij een stoplicht aankwamen dat op rood stond. Eventjes bleef ze even klein en droevig. Toen het licht op groen sprong werd ze opnieuw kleiner, waarna ze uit het zicht verdween.



*Een foto van de menselijke strot is vrijwel niet te onderscheiden van het vrouwelijk geslachtsorgaan.

Thursday, February 8, 2007

De leugenaar (1)

Ik ben een prima leugenaar. Maanden geleden was ik in Amsterdam op een feestje, waar ik lekker dronken werd en danste en sjanste. Op de piek van mijn dronkenschap ging ik sigaretten halen en in de wc plassen. Na het plassen kwam ik de wc juffrouw tegen. Ik vroeg haar: “Ben je gelukkig?” Daar had ze zo een-twee-drie geen antwoord op, maar ze vond de vraag interessant. Kort daarna liep ze mee om sigaretten te halen en te praten over het leven en de seks.

Ze gaf me haar telefoonnummer, waarna ik haar nog een lachje toewierp en wegliep naar mijn dikke en veel lelijker mokkel dat ik al eerder die avond had veilig gesteld. Maar dat verhaal vertel ik een andere keer, zodra de paus in het bos poept bijvoorbeeld. Voor dit verhaal is het belangrijk om te weten dat ik de wc-dame vervolgens maanden niet zag, totdat ik weer naar Amsterdam ging.

Ik zou met E. en D. naar een feest gaan in een club, maar D. had afgezegd wegens buikpijn. Hij vroeg ons zijn kaartje aan een of andere sukkelaar aan de deur te verkopen voor de dubbele prijs, maar ik had een beter idee: Ik belde wc-dame. “Hee meissie, hoe is het?”, vroeg ik met nep-Amsterdams accent. “Heb je vanavond iets te doen?”Nee, dat had ze niet en ja, ze had zin om mee te gaan en het kaartje over te kopen. Iedereen wint.

Toen we op de dansvloer stonden, bleek zij te drinken als een zeeman en ook mij een hoop bier kado te doen. Om haar de kans te geven mij te leren kennen, vertelde ik haar verzonnen en ware anecdotes uit mijn leven. Ze lachtte harder om de komische verhalen dan strikt sociaal wenselijk was, waardoor ik dacht dat ze me leuk vond. Maar ik moest het zeker weten.

Moe, dronken en een beetje opgewonden vroeg ik haar: “Zou je me willen zoenen?”
Iedereen die ‘Het Spel’ heeft gelezen weet waarom ik dat deed. Het idee achter die vraag is dat het een risicoloze manier is om erachter te komen of het meisje je al leuk vind. Ze kan, volgens de theorie, namelijk drie dingen antwoorden: 1. Ja 2. Misschien 3. Nee.
Bij 1 zoen je, bij 2 zeg je “Laten we dat dan eens uitvinden” en je zoent haar en bij 3 zeg je “Ok, ik dacht alleen dat je iets ging proberen”.

In theorie klinkt het mooi, maar voor mij heeft het nooit maar dan ook nooit gewerkt. Ook in dit geval verklootte ik het, of verklootte de vraag de sfeer in ieder geval grandioos. Ik stelde de vraag des onheils en zij zei: “Waarom zeg je dat nou? Misschien zouden we gaan zoenen, maar nu wil ik niet meer!” Ik keek schaapachtig en nam nog een slokje bier. Ze liep weg. Kut.

Bitter dronk ik snel drie biertjes achter elkaar en mengde me toen in de menigte die zich voor de band had verzameld. Mijn humeur was wat minder. Van ‘uitspelen en lekker neuken’ moest ik omschakelen naar ‘sociaal viben, waarde demonstreren en een meid zoeken’. Kut.

Gelukkig bood de nachtapotheker uitkomst. “Joh, kop op”, zei Aarsjan de Pillenman. “Met deze shit hoeft niemand zich verdrietig te voelen!” Hij gaf me een tabletje dat ik dankbaar glimlachend aannam. Ik spoelde de bittere pil (haha!) weg met een slokje bier en wachtte op wat komen ging. Een half uur later kwam het gevoel loodzwaar en diep vanuit mijn buik. Duizenden kutjes over mijn hele huid tintelden warm en zacht, en ik kon enkel nog lachen en dansen.

Niet lang daarna was de wc-vrouw weer bij me, want ze zag dat ik godverdomme een feestje stond te maken. Een kwartier lang praatte ze dronken tegen me aan, ik snapte geen reet van wat ze zei. Maar het maakte me natuurlijk niets meer uit, ik had haar niet meer nodig om het naar mijn zin te hebben. Daarom wilde ze me des te meer, en ik liet toe dat ze me gretig zoende.

De rest van de nacht is me wazig, maar ik schat dat ik zeker een uur lang verward en dolsgelukkig van de ene naar de andere zaal ben gelopen, op zoek naar mijn verstand. De kleuren vermengden zich met de lichten, de warmte en het zagende, schurende en toch melodieuze geluid van de synthesizers (gotta love electro). Mijn verstand vond ik uiteindelijk ongeveer 4 uur later terug, toen de zon op was en wij de club uitrolden.

Hoe zal het verder gaan met de leugenaar? Lees het, in deel 2! To be continued...yeah!

Saturday, January 27, 2007

Klaar

Ik ben klaar met hedonisme. Vijf jaar zuipen en feesten hebben me geld, gezondheid en een hoop karma gekost. Niet dat ik er helemaal niets aan over heb gehouden:

- Ik ben geen maagd meer en heb lekker geneukt.
- Ik heb geleerd wat zelfvertrouwen is.
- Ik kan werkelijk intens genieten van films, boeken, vrienden, sentimentele shit, lekker niks doen en muziek. (Als je een liedje kunt vergelijken met een nacht lang schuimbekkend van drugs - schreeuwen van het genot dat door je aderen pompt, beats, neuken, rammen, zuipen, kostsen, knetterkankerkreupeltjeslam dronken - en het valt bij benadering in dezelfde gevoelscategorie, dan weet je dat het goed is.)

Maar ik ben er klaar mee. Ik wil zoals de burgerman lijden onder mijn onbeduidendheid, en mijn leven stiekem toch ok vinden maar voor verbetering vatbaar. Ik wil slechts een vrouw beminnen en met haar een rotkind maken en er zielsveel van houden.

Tuesday, January 23, 2007

Drank en stront

Gisteravond een absurde vertoning. Na vele biertjes te hebben gedronken op een kutfeest, kwamen we dronken terug bij de fokking B. Daar pisten we in ovenschalen, aten we rauwe sla met looksaus en ramde D. een deur tegen mijn dronken wenkbrauw. Na dat ongemak lag ik op bed, E. te vertellen dat toffe mensen niet opscheppen over hun daden, maar hun tofheid uitstralen door cool te zijn. Als antwoord lieten hij en fokking B. hun collectieve anus zien.
Toen liet ik mijn poepreet zien.

E. zei: “Dat kan nog veel viezer”. Daar geloofde ik niets van; ik dacht dat mijn gat het goorst was.
E. pakte een pakketje zakdoekjes van het merk Tempo en nam een zijdezacht witpapieren verwennerijtje uit het pakje. Hij haalde het zakdoekje langs zijn besmeurde hol. Daarna toonde hij me het doekje: Het was bezoedeld met een fijn laagje van gore, dagoude stront. Aan de rand van de poepvlek prijkte een kromme, stijve schaamhaar. E. schoof wat medische handboeken in de kast opzij – Keemans ‘kleine chirurgische ingerenpen’, ‘Huid en geslachtsziekten’ van Jansen e.a. en ‘Gray’s Anatomy’, door Gray – en stak er zijn poeplapje tussen.
Ik schudde mijn vuist vruchteloos in zijn richting, lachtte me een kriek en verzonk in comateuze slaap.

Een nachtje

Kunstacademie meisjes van 19 zaten op mijn kamer. De ene Joods en mooi in al haar zwartharige, donkeroogige pracht. De ander een groppelknoet, met een dijk van een lichaam. Een vlezig lichaam om van te watertanden. Ik en een makker hadden ze zo ver gekregen dat ze meekwamen naar ons huis, maar toen we daar aankwamen vluchtte de makker naar zijn eigen kamer, waarschijnlijk om af te trekken.

Ik zat dus alleen met de meisjes op mijn kamer. Ze dronken mijn wijn en waren dom, oh zo dom. "Eigenlijk is het enige in je leven waar je echt controle over hebt, de keuze tussen doorleven of zelfmoordplegen", zei de knoet met het lichaam. "Ja, nu je het zegt", antwoordde ik met een glimlachje. "Als domheid een ziekte blijkt te zijn, klaag ik je aan voor roekeloze besmetting", dacht ik. De jood lachte wezenloos haar paarse wijntandjes bloot en begon toen een licht filosofische discussie over de vraag wat echt is. Mijn pik verschrompelde.

De uren verstreken, de wijn raakte op en mijn kansen om de knoet, met wie ik een klik had, voor de nacht om was de mijne te maken slonken naar nul. Neuken zat er lekker niet in, omdat ik er niet lekker in zat. Toen de grieten aanstalten maakten om te gaan, kwam de makker aangestiefeld in ochtendjas en badslippers. Hij kon niet slapen. "Hoe gaat het hier?", vroeg hij. De knoet zei dronken tegen de makker dat hij zich erbuiten moest houden. "Waar buiten?", vroeg hij moe. Hij kreeg geen antwoord. Later hoorde ik van hem dat hij al de hele nacht wakker lag, te piekeren over onder andere de zin "Hee fokking bakker, ik ben Djiggy Dje" en de toestand waarin de wereld zich bevindt.

De studentes liepen de trap af naar de voordeur, en ik vergezelde ze. Je weet nooit wat er nog uit te slepen valt; een telefoonnummertje, kusje of een pijpbeurtje. "Blijven proberen, jong", zei mijn vader altijd.

De makker bleef boven, en zat in mijn venster, beentjes buiten boord bungelend en loensend naar beneden te kijken. Van boven hoorde ik hem wanhopig de beste vriendinnentest proberen ("Een test! Een test! Gebruiken jullie dezelfde shampoo? Ha, het antwoord maakt niet uit, want jullie keken elkaar aan voordat jullie iets zeiden!")De jood keek met enige interesse naar boven, maar mijn doelwit, de knoet, wendde zich van hem af en praatte met mij verder. "Heb je nog een wijsheid voor me? Je bent al de hele avond zo wijs.", zei de knoet. Ik wist zo gauw niets te antwoorden dan "Nou nee, ik weet niet" (de godverse inspiratie was ver te zoeken), maar de makker wist wel iets. Hij bulderde met gebalde vuist en diepe stem: "HOERRRRRR." De jood en de knoet keken geschokt naar boven en ik gooide snel de deur dicht, gierend van het lachen.