Iedereen die het truttige rijtjeshuis binnenliep werd hartelijk verwelkomd door de pink van De Pink. De Pink had namelijk een zakje bitterstof met liefde en hij deelde uit alsof het water was in plaats van harddrugs. Wij lieten ons natuurlijk niet kennen en likten de gehele pink van De Pink totdat ie schoon was en wij op weg waren naar de Regenboog van Kopkanker en Absolute Naastenliefde. Of zoiets.
Een half uur daarvoor liepen we richting uitgang van de dranktempel toen we een van de dj’s tegenkwam die op het feest hadden gedraaid. Braakboy en ik hadden eerder al met hem gesproken. Dat gesprekje en het feit dat hij ons als beesten had tekeer zien gaan op de dansvloer, gaf hem het idee dat we grote fans waren van zijn muziek. We lieten hem in de waan en accepteerden de pinten die hij ons backstage aanbood met gretigheid. Toen we daarna de uitnodiging kregen om mee te gaan naar een afterparty aarzelden we geen moment.
In het huis waar het feest werd gehouden was het een warrige menigte van dronken en stonede mensen. Helaas weet ik er niet al te veel meer vanaf, want na een kwartier na het likken van de pink werd het al te raar voor mijn laffe brein. Het kroop weg en liet mij verder aan mijn lot over, met als gevolg dat ik me als een dwaas gedroeg. Wat ik niet meer weet, maar wat me later is verteld door Baard en Braakboy:
- Een pedaalemmerzak (Baard, 2007) pillen ging rond alsof het een zak borrelnootjes was. We namen een pil, en ach, we namen er nog een.
- Na de pillenronde danste iedereen blij door de kamer en omhelsde iedereen iedereen. Toen opeens iemand riep dat iedereen zijn shirt moest uittrekken en in de blote bast moest rondlopen vond niemand dat een slecht idee. Ik kan de afdruk van harige mannenbasten nog steeds op mijn torso voelen. (En dat is niet fijn).
- Op een gegeven moment werd het me blijkbaar teveel en liep ik zwakjes mompelend en asgrauw door de kamer. Een van de aanwezige vrouwen legde me op de bank onder een dekentje. “Ze legde me onder een dekentje”, zei ik daarna mompelend en glimlachend, volgens Baard.
Toen we enigszins van de roes waren afgedaald, maar nog lang niet volledig bij positieven waren, besloten Braakboy en ik om tien uur ’s ochtends sigaretten te gaan halen bij een benzinepomp in de buurt. “Is ongeveer tien minuten lopen”, zeiden de andere feestbeesten. Toen we de pomp na 25 minuten eindelijk vonden en sigaretten hadden gekocht, beseften we ons dat we de weg terug niet meer wisten. De amfetamine vergrootte mijn irritatie over dit feit, de MDMA verzachtte het. Verwarrend.
Braakboy deed ondertussen zijn naam eer aan. “Ik kots over de eerste Mercedes die ik zie!”
Uiteindelijk rolden we anderhalf uur later weer binnen bij het feest, waar het inmiddels zo goed als klaar was. Dus wij weer naar huis lopen om thuis nog wat na te lachen. Ik heb er een week van moeten bijslapen.
Tuesday, April 17, 2007
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
7 comments:
Whahaha very nice geschreven. Je post blijven lachen. Ik ga trouwens mijn blog wissen en dan begin ik opnieuw.
amen.
lang leve de pink!
wat een mooie avond was het. En bijna net zo mooi verwoord, althans voor wat je je nog kan herinneren. Knap.
blijft ook een mooie jan
en 'verguizer' is ook een supermooie
Post a Comment