Gisteravond een absurde vertoning. Na vele biertjes te hebben gedronken op een kutfeest, kwamen we dronken terug bij de fokking B. Daar pisten we in ovenschalen, aten we rauwe sla met looksaus en ramde D. een deur tegen mijn dronken wenkbrauw. Na dat ongemak lag ik op bed, E. te vertellen dat toffe mensen niet opscheppen over hun daden, maar hun tofheid uitstralen door cool te zijn. Als antwoord lieten hij en fokking B. hun collectieve anus zien.
Toen liet ik mijn poepreet zien.
E. zei: “Dat kan nog veel viezer”. Daar geloofde ik niets van; ik dacht dat mijn gat het goorst was.
E. pakte een pakketje zakdoekjes van het merk Tempo en nam een zijdezacht witpapieren verwennerijtje uit het pakje. Hij haalde het zakdoekje langs zijn besmeurde hol. Daarna toonde hij me het doekje: Het was bezoedeld met een fijn laagje van gore, dagoude stront. Aan de rand van de poepvlek prijkte een kromme, stijve schaamhaar. E. schoof wat medische handboeken in de kast opzij – Keemans ‘kleine chirurgische ingerenpen’, ‘Huid en geslachtsziekten’ van Jansen e.a. en ‘Gray’s Anatomy’, door Gray – en stak er zijn poeplapje tussen.
Ik schudde mijn vuist vruchteloos in zijn richting, lachtte me een kriek en verzonk in comateuze slaap.
Tuesday, January 23, 2007
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
Het bulderende lachen komt weer terug na het lezen van dit stuk.
Post a Comment